Het is wat het is!

‘Is dit wat het is? Het kan niet waar zijn, het is onmogelijk, het is uitzichtloos en zinloos. Hoe kan ik leven en wie ben ik zonder hem?’ Ze is zichzelf kwijt, ze wil naar buiten komen en zichzelf gaan vinden maar ze weet niet hoe. Moedig begint ze het pad te bewandelen. Een barre tocht. Daar is veerkracht voor nodig. In verwondering heet ik welkom.

Verlies op verlies
Haar moeder had altijd pijn. Krachtig heeft ze als kind veel gegeven en gedragen. Tijdens haar levensreis is er verlies en verdriet bij gekomen. Ze was nog jong toen haar vader stierf, ‘de flinke meid van haar vader’ was er voor haar moeder. Toen kwam haar lief in haar leven, ze hadden lief en als er verdriet was veerden ze samen terug. Haar hart was omringd met de liefde van – en voor hem. Nu is haar lief niet meer. Het is leeg van binnen.

Rauwe rouw
Het is koud en alleen, zegt haar hart. Het is alleen maar verdriet, zegt haar angst. Het is onzin en ga door, zegt haar verstand. Ze is blijven geven en heeft er alleen maar voor de ander willen zijn. Nu beseft ze dat ze haar eigen tranen serieus moet nemen en voor zichzelf mag kiezen. Krachtig en kwetsbaar gaat ze op haar eigen benen staan en kiest haar weg. Ze gaat haar eigen draagkracht inzetten. Het is tijd voor haar eigen rauwe rouw.

Heen en weer
Ze beweegt zich heen en weer tussen verlies en herstel. Ze ademt in en ademt uit. Ze kijkt naar haar verlies en neemt er ook weer afstand van. Ze ontdekt haar troostende ik en vermijd haar soms ook. Ze voelt wanhoop en dan weer hoop. Ze schreeuwt in het bos en gaat weer aan het werk. Ze opent zich, huilt met vrienden en sluit zich, lacht met vrienden. Ze bouwt aan een nieuwe ik, met de afdruk die hij heeft achtergelaten in haar hart.

Her-ontdekken
En zo wordt het verlies meer en meer een deel van wie ze is. Ze heeft de moed om weer te verwonderen, investeren en te her-ontdekken. Ze vindt weer betekenis aan het leven en ze gaat weer nieuwe keuzes maken. Hij is er bij maar ook weer niet. Ze voelt zich een beetje schuldig want door ‘haar eigen weg’ te gaan laat ze hem meer en meer een beetje
gaan. Ze schrijft het van zich af.

Afscheid
‘Je zal trots op mij zijn’, schrijft ze aan hem. ‘Het gemis is er, ik blijf je trouw maar ik voel dat ik hernieuwd ten volle kan gaan leven. Ik ga iets nieuws verwelkomen.’ Hierdoor heet ze zichzelf welkom, komt ze dichter bij zichzelf en groeit ze om haar verlies heen. Dit doet recht aan hem en aan haar omdat ze ondanks of dankzij het verlies ontwikkelt, groeit en weer welkom kan heten. In verwondering neem ik afscheid. Het is wat het is.

Leonieke Scheepsma – Develing
| 2019